- Wat is een stichting?
- Doelstelling van een stichting
- Onderscheid tussen statuten en beleid
- Effectief het doel van een stichting formuleren
- Valkuilen bij het formuleren van een doelstelling
Wat is een stichting?
Een stichting is een rechtspersoon die wordt opgericht via een notariële akte. In tegenstelling tot andere organisaties, zoals verenigingen, heeft een stichting geen leden. Het hoofddoel van een stichting is om met de beschikbare middelen een specifiek doel te realiseren, zoals vastgelegd in de statuten.
Een stichting kan door één persoon of meerdere personen worden opgericht, en zelfs door andere rechtspersonen. Dit maakt de stichting een flexibele juridische vorm voor het nastreven van maatschappelijke, culturele of andere niet-commerciële doelen.
Doelstelling van een stichting
De doelstelling van een stichting is het gewenste resultaat dat de stichting binnen een bepaalde tijd wil bereiken. Het formuleren van deze doelstelling is een cruciaal onderdeel van de oprichting. Een goed geformuleerde doelstelling is:
- Duidelijk, zodat iedereen weet waar de stichting voor staat;
- Uitdagend en ambitieus, maar niet onhaalbaar;
- Realistisch, passend binnen de beschikbare middelen en tijd.
Onderscheid tussen statuten en beleid
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de doelstelling in de statuten en het doel zoals dat in het beleid wordt uitgewerkt.
- Doelstelling in de statuten:
Dit is een algemene en breed geformuleerde omschrijving die niet vaak verandert. Het aanpassen van de statuten vereist namelijk een notariële akte. Daarom moet de statutaire doelstelling voldoende flexibel en tijdloos zijn. - Beleidsdoelstellingen:
Deze zijn specifiek, concreet en kunnen met de tijd worden aangepast. Hierin werk je uit hoe je de missie van de stichting in de praktijk gaat verwezenlijken.
Let op: wanneer het bestuur handelt buiten de statutaire doelstelling, kan dit leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid.
Effectief het doel van een stichting formuleren
Om de doelstelling van je stichting effectief en werkbaar te maken, zijn de volgende richtlijnen belangrijk:
- Gebruik SMART-doelen:
Formuleer doelen die Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden zijn. Dit maakt het duidelijk wat je wilt bereiken en wanneer. - Houd de missie breed, de doelen specifiek:
- De missie beschrijft het “waarom” van de stichting.
- De doelstellingen beschrijven het “hoe” en “wat”.
Zorg ervoor dat je beleidsdoelen concreet zijn, maar laat ruimte voor aanpassingen.
- Formuleer flexibel in de statuten:
Vermijd te strikte of gedetailleerde doelstellingen in de statuten, zodat de stichting kan inspelen op veranderende omstandigheden. - Maak het haalbaar én ambitieus:
Stel uitdagende doelen, maar houd ze realistisch. Dit voorkomt dat het bestuur ontmoedigd raakt door onhaalbare ambities. - Maak een onderscheid tussen doel en middelen:
Het doel is het gewenste eindresultaat. De middelen zijn de methoden om dat resultaat te bereiken. Zorg ervoor dat je deze niet door elkaar haalt.
Valkuilen bij het formuleren van een doelstelling
1. Te ambitieus en daardoor onhaalbaar
Bijvoorbeeld: “Het bestrijden van armoede en achterstand in Suriname.”
Dit doel is te breed en daardoor niet uitvoerbaar. Maak het specifieker, zoals:
- “Het bestrijden van armoede en achterstand in de regio Paramaribo, met een focus op het ondersteunen van mensen bij het genereren van eigen inkomsten.”
SMART maken:
- Hoeveel mensen wil je binnen een jaar helpen?
- Hoeveel middelen zijn daarvoor nodig?
2. Te gedetailleerd en niet flexibel genoeg
Bijvoorbeeld: “Een maandelijkse bijeenkomst organiseren op het dorpsplein.”
Als je besluit de bijeenkomsten vaker of minder vaak te houden, of op een andere locatie, voldoen de statuten niet meer.
Een betere formulering zou zijn:
- “Het organiseren van bijeenkomsten om gemeenschapszin te bevorderen.”
SMART maken:
- Beschrijf in je beleidsplan hoe vaak je in het komende jaar bijeenkomsten plant en hoeveel deelnemers je verwacht.
Met deze richtlijnen kun je een sterke basis leggen voor de doelstellingen van je stichting, zowel in de statuten als in het beleid. Zo blijft je stichting flexibel en gericht op haar missie, terwijl ze realistische doelen nastree