Het bestuur van een ANBI moet bestaan uit onafhankelijke personen. Als er binnen het bestuur familierelaties zijn, dan is er volgens de Belastingdienst geen sprake van een onafhankelijk bestuur. De bestuurders van een ANBI mogen dus geen familie van elkaar zijn.
- ANBI: Bestuurders mogen geen familie zijn
- Beschikkingsmachtcriterium
- Doorslaggevende zeggenschap en familierelatie
- Statuten
ANBI: Bestuurders mogen geen familie zijn
Een van voorwaarden voor een ANBI status of subsidie is dat er wordt voldaan aan het beschikkingsmachtcriterium. Daarbij kijkt de Belastingdienst of de bestuurders familie van elkaar zijn. Wat wil dat nu precies zeggen en waarom wordt daar naar gekeken door de Belastingdienst?
Beschikkingsmachtcriterium
Het beschikkingsmachtcriterium betekent dat je moet kunnen verklaren dat er voldoende is gewaarborgd dat één persoon niet over het vermogen van de instelling kan beschikken alsof het zijn eigen vermogen is.
Het bestuur moet (uiteraard) bestaan uit onafhankelijke personen. Als er binnen het bestuur familierelaties (of zakelijke relaties) zijn, dan betekent dat volgens de Belastingdienst dat het bestuur niet onafhankelijk is. Subsidiegevers zullen ook een meer onafhankelijk bestuur verlangen.
Doorslaggevende zeggenschap en familierelatie
Het beschikkingsmachtcriterium betekent dat één bestuurslid geen doorslaggevende (meerderheid van de) zeggenschap mag hebben over het vermogen van de stichting of vereniging. Dat houdt in dat hij niet zelf mag besluiten over (wat te doen met) het vermogen. Dit is omdat de andere bestuurders dat niet kunnen tegenhouden met tegenstemmen. Een familierelatie tussen bestuurders kan een indicatie zijn dat een bestuurslid juist wel doorslaggevende zeggenschap kan hebben.
Statuten
Om te waarborgen dat hieraan wordt voldaan, kan je in de statuten een bepaling opnemen. Hierin staat dat de meerderheid van het stichtingsbestuur geen familie van elkaar mag zijn. Ter volledigheid neem je daarbij op tot welke graad van bloed– en aanverwantschap dat gaat.