Opeisbaarheid betekent dat een recht kan worden opgeëist. Niet elk recht is namelijk direct opeisbaar. Bijvoorbeeld het recht op een erfenis of schenking kan worden opgeëist door de erfgenaam of de begiftigde. Je hebt niet meteen recht op ontvangst van een erfenis of schenking. Ook niet als je een erfgenaam bent of als begiftigde bent aangewezen in een schenkingsakte.
De opeisbaarheid kan bijvoorbeeld gekoppeld zijn aan het overlijden van de langstlevende. De schuld is opeisbaar als die gebeurtenis is gepasseerd. Een ander voorbeeld is de opeisbaarheid bij een bepaalde clausule, zoals de AWBZ of WLZ clausule. Bij opname in een zorginstelling is een erfdeel dan opeisbaar.
Als je het andersom formuleert spreek je over niet opeisbaarheid.